kortsluiting
- Geluid: kortsluiting (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkɔrt.slœy.tɪŋ/
- kort·slui·ting
- Afgeleid van het Duitse Kurzschluss
- Naamwoord van handeling van kortsluiten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kortsluiting | kortsluitingen |
verkleinwoord | kortsluitinkje | kortsluitinkjes |
de kortsluiting v
- het plaatsvinden van een gewenste of ongewenste weerstandloze verbinding in een stroomkring
1. het plaatsvinden van een gewenste of ongewenste weerstandloze verbinding in een stroomkring
- Het woord kortsluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kortsluiting" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be