koppig als een ezel

 
koppig als een ezel
(originele titel: der strörrische Esel)
door Anton Romako.
  • kop·pig als een ezel
stellend
onverbogen koppig als een ezel
verbogen (alleen
predicaat)

koppig als een ezel

  1. hardnekkig vasthoudend aan eigen wil of inzicht
     ‘En donder nou gauw mijn erf af, want ik heb maar een heel klein beetje geduld over!’
    Evert, koppig als een ezel, stevig op zijn twee benen geplant zegt: ‘Ik ga wanneer het mij goeddunkt... en ik kom terug ook... met mijn vader en Jan en de meiden en knechts om jou uit te kleden en af te drogen!’
    [1]
  1.   Weblink bron “Moeder Geerte. Omnibus 1.” (1971), Van Holkema & Warendorf, Bussum, ISBN 9026962118, p. 300/301