koppig als een ezel
- Geluid: koppig als een ezel (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔpəxˌalsənˈezəl / (6 lettergrepen)
- kop·pig als een ezel
- intensiverende verbinding van koppig, als, een en ezel, een verwijzing naar de Bijbel Psalmen 32:9
stellend | |
---|---|
onverbogen | koppig als een ezel |
verbogen | (alleen predicaat) |
koppig als een ezel
- hardnekkig vasthoudend aan eigen wil of inzicht
- ▸ ‘En donder nou gauw mijn erf af, want ik heb maar een heel klein beetje geduld over!’
Evert, koppig als een ezel, stevig op zijn twee benen geplant zegt: ‘Ik ga wanneer het mij goeddunkt... en ik kom terug ook... met mijn vader en Jan en de meiden en knechts om jou uit te kleden en af te drogen!’[1]
- ▸ ‘En donder nou gauw mijn erf af, want ik heb maar een heel klein beetje geduld over!’
- Het woord 'koppig als een ezel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Moeder Geerte. Omnibus 1.” (1971), Van Holkema & Warendorf, Bussum, ISBN 9026962118, p. 300/301