koppermaandag
- kop·per·maan·dag
- In de betekenis van ‘maandag na Driekoningen, feestdag van boekdrukkers’ voor het eerst aangetroffen in 1531 [1]
- samenstelling van kopper en maandag [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koppermaandag | koppermaandagen |
verkleinwoord | - | - |
de koppermaandag m
koppermaandag [3]
- (religie) de eerste maandag na Driekoningen (6 januari)
- Het woord 'koppermaandag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "koppermaandag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ koppermaandag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).