Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kop·laag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koplaag koplagen
verkleinwoord koplaagje koplaagjes

Zelfstandig naamwoord

de koplaagv / m

  1. laag stenen die met de kleinste kant naar voren zijn gemetseld
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen