kop-hals-rompboerderij
- kop-·hals-·romp·boer·de·rij
- (samenkoppeling) van kop, hals, romp samengesteld met boerderij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kop-hals-rompboerderij | kop-hals-rompboerderijen |
verkleinwoord | - | - |
de kop-hals-rompboerderij v
- boerderij met een klein voorhuis, de kop, en een grote schuur, de romp, met daartussen een verbinding, de hals
- Het woord kop-hals-rompboerderij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.