• koor·zan·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord koorzanger koorzangers
verkleinwoord koorzangertje koorzangertjes

de koorzangerm

  1. (muziek) (beroep) iemand die de kunst van het samenzingen beoefent in een koor
    • De koorzangers misten hun inzet en de dirigente sloeg af.