koopziekte
- Geluid: koopziekte (hulp, bestand)
- koop·ziek·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopziekte | koopziekten koopziektes |
verkleinwoord |
de koopziekte v
- (medisch) psychische aandoening waarbij de patiënt een onbedwingbare neiging heeft om (niet noodzakelijke) producten te kopen
- ▸ Curvers (1985) debuteerde in september met 'Iedereen kan schilderen', een roman over een slecht functionerend Zuid-Limburgs gezin waarin de instabiele vader Hans Kostons alle aandacht opeist. In het boek lijdt hij aan depressies, psychoses, koopziekte, hypochondrie, vernielzucht en suïcidale neigingen, waar de andere gezinsleden onder lijden. Ze gaan veelvuldig in therapie, afzonderlijk en samen, tot iedereen aan zijn eigen geestelijke gezondheid begint te twijfelen.[2]
- ▸ Van presentatrice Angela Groothuizen leren we dat er iets aan koopziekte te doen valt, mits je aan jezelf wilt werken.[3]
- Het woord koopziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Vader daagt dochter voor de rechter om roman” (16 dec. 2014), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron RONNEKE VAN GENUGTEN“Dwangmatig langs de rekken struinen” (6 jan. 2016), De Telegraaf