Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·nings·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koningsnummer koningsnummers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het koningsnummero

  1. (sport) het belangrijkste onderdeel van een toernooi waarin meerdere wedstrijden worden gehouden; onderdeel waarmee men de meeste eer kan behalen
     Caeleb Dressel veroverde in Gwangju zijn derde gouden medaille. De Amerikaanse zwemmer prolongeerde zijn wereldtitel op het koningsnummer, de 100 meter vrije slag.[1]
     De finale van de 100 meter bij de WK atletiek, het koningsnummer, daar wil je als sportliefhebber bij zijn. Maar niet in Qatar, zo blijkt. Als er iets is wat de sportliefhebbers de eerste dagen van de WK atletiek in Doha is opgevallen, dan zijn het wel de akelig lege tribunes die het decor vormen voor een van de grootste sportevenementen van het jaar.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Geen WK-finale, wel Nederlands record voor Kamminga” (Donderdag 25 juli 2019, 14:27), NOS
  2.   Weblink bron “'Dit WK atletiek is een speeltje voor de sjeiks'” (Dinsdag 1 oktober 2019, 07:11), NOS