Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·nings·klas·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koningsklasse koningsklassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koningsklassev

  1. (sport) categorie met de beste, snelste of sterkste deelnemers
     Iedereen profiteert mee, zo is de gedachte. Financieel, maar óók sportief. Topclubs spelen tot vijf keer meer topwedstrijden in de nieuwe koningsklasse van de Lage Landen.[1]
     Waar de 21-jarige Bendsneyder voor de coronapandemie rondreed in de Moto2, het opstapje naar koningsklasse MotoGP, deed hij dat de laatste maanden rondom Stavenisse.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Guido van Gorp
    “Crisis of geen crisis, de BeNeLiga is weer serieus in het vizier” (13-06-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Blije Bendsneyder ruilt pizza's Hawaii weer in voor motorsportciruit” (27-05-2020), NOS