• kok·haan·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord kokhaantje kokhaantjes

het kokhaantjeo dim. tant.

  1. (voeding), (tweekleppigen) Cerastoderma edule een schelpdier dat wel als voorafje gegeten wordt in mosselrestaurants
    • Wilt u wat gebakken kokhaantjes vooraf?