koekaart
- koe·kaart
- samenstelling van koe zn en kaart zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koekaart | koekaarten |
verkleinwoord | - | - |
- (veeteelt) document waarop een boer regelmatig verzamelde gegevens over een door hem gehouden rund vastlegt: oorspronkelijk een voorgedrukt formulier op karton, naderhand een record in een gegevensbestand over de veestapel
- Het woord koekaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Koekaart 14 Jeanette 52” (1 november 2020) op melkvee.nl
- ↑ Weblink bron Rechtbank Midden-Nederland“uitspraak in zaak 81.051278.23” (2-04-2024) op rechtspraak.nl