knopoor
- knop·oor
- samenstelling van knop zn en oor zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knopoor | knoporen |
verkleinwoord |
het knopoor o
- (zoötomie) lang slap hondenoor dat naar beneden hangt en de gehoorgang afsluit
- Het woord knopoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knopoor" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be