knipvlies
- knip·vlies
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knipvlies | knipvliezen |
verkleinwoord |
het knipvlies o
- (anatomie) Membrana nictitans: lichtdoorlatend derde ooglid bij dieren
- ▸ 'Ze zijn ongevoelig voor de steken van wespen. Ze hebben een flink donspak, een stootkussen. De veren op de kop zijn schubachtig. Hun neusgat is spleetvormig en ze hebben een knipvlies voor hun ogen, dat zorgt dat er geen zand in plakt.[2]
- Het woord 'knipvlies' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knipvlies" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Caspar Janssen“Lelijk en betoverend mooi tegelijk” (20 juni 2015), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be