kniptorren
- Geluid: kniptorren (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- knip·tor·ren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kniptorren | |
verkleinwoord |
de kniptorren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kniptor
- meervoudsvorm als officiële benaming (kevers) Elateridae een familie van kevers. Er zijn meerdere geslachten en soorten, die uiteenlopende afmetingen en kleuren hebben. Het lichaam is vaak langwerpig tot ovaal en versmalt geleidelijk achterwaarts. De lichaamslengte varieert van 0,2 tot 7 cm. In Nederland ligt de lengte om en nabij de centimeter. De antennes zijn vaak ongeveer de helft van de lichaamslengte en kunnen net zoals de pootjes in een groef op de buik worden teruggetrokken bij gevaar. Kniptorren kunnen ook vliegen, maar niet vanuit stand. Ze klimmen eerst op een tak of halm voordat de vleugels uitgevouwen worden. De larve van de kniptor heet ritnaald en kan grote schade aan gewassen toebrengen
- [2] kevers, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
- [2] bloedrode kniptor, Deense kniptor, dennenkniptor, donkere akkerkniptor, gekamde kniptor, gerande kniptor, gestreepte kniptor, glanzende kniptor, heidekniptor, koperkleurige kniptor, muisgrijze kniptor, purperen kniptor, ritnaald, roestkniptor, roodaarskniptor, roodhalskniptor, slakkenvreter, slanke kniptor, vermiljoenrode kniptor, zwartpuntkniptor
- Het woord kniptorren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.