knikkend
- knik·kend
vervoeging van: | knikken |
verbogen vorm: | knikkende |
knikkend
stellend | |
---|---|
onverbogen | knikkend |
verbogen | knikkende |
partitief | knikkends |
knikkend
- om één as buigend
- Na de bijeenkomst was ik nog heel wat tijd kwijt om mijn onderkaak van de grond te rapen. Paniek maakte me van me meester: ik kan hier, met hem, geen dag langer werken. De bedrijfsdino echter dronk rustig de laatste slok lauwe koffie uit zijn mok en stiefelde neuriënd weer naar zijn werkplek. Duwde zachtjes op het knikkende hoofdje van het kunststof hondje op zijn bureau en ging verder met de orde van de dag. [1]
- met knikkende knieën
met spanning en angst
- • ,,Eigenlijk heb ik mij gedurende mijn hele carrière gerealiseerd van wow dat is niet zomaar wat. Je hebt niet recht op het podium en het succes, daar moet je ook wat voor doen. Ik neem dat heel serieus. Om zo goed mogelijk als zangeres om een liedje een identiteit te geven, een gevoel en hart en ziel. Dan ga ik altijd voor een klein hobbeltje van knikkende knietjes.” [2]
- Voor Steven Kruijswijk is het zaak om wat speling te pakken, om iets te klimmen in het klassement. ,,Hij moet zoveel mogelijk afstand nemen van de jongens die straks bergop wat gaan proberen met een versnelling. En Romain Bardet zal met knikkende knieën starten.” [3]
- Het woord knikkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Chantal van der Leest 07-03-19 Waarom de een om kan gaan met een vreselijke manager, en de ander niet
- ↑ Tubantia 24-03-19 Trijntje viert jubileum ook met Jackson-nummers
- ↑ Tubantia Lisette van der Geest 19-07-19 Clement zet zijn geld op Van Aert: ‘Het parkoers ligt hem wel’