Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kniel·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knielbus knielbussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de knielbusv / m

  1. (verkeer) personenbus waarvan de carrosserie kan zakken tijdens stilstand zodat instappen makkelijker is
     Wil een vervoerder een nieuwe concessie krijgen, dan moet hij wel het allerlaatste model knielbus op de weg brengen”, aldus Van der Heijden.[2]
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

29 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. knielbus op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    07-05-2004
    “Enkele reis van Spijkenisse naar Havana” (Niek Sterk), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be