Nederlands

 
voetballer met rode kniekousen
Uitspraak
Woordafbreking
  • knie·kous
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kniekous kniekousen
verkleinwoord kniekousje kniekousjes

Zelfstandig naamwoord

de kniekousv / m

  1. (kleding) hoge kous die tot aan de knie het onderbeen omsluit
    • padvinders droegen kniekousen en korte broeken.  
    • Staatssecretaris Heemskerk (Economische Zaken, PvdA) schreef in november vorig jaar aan de Tweede Kamer dat Nederland in 2006 voor ruim een miljard euro aan Israëlische goederen importeerde. Tot in detail houdt de Nederlandse douane bij om welke producten het gaat: voor vijf miljoen euro aan tomaten, voor eenzelfde bedrag aan sokken en kniekousen, één fokpaard à drieduizend euro. [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen