knellen
- knel·len
- In de betekenis van ‘drukken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1598 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
knellen |
knelde |
gekneld |
zwak -d | volledig |
knellen
- overgankelijk pijnlijk drukken
- Die nieuwe schoenen knellen.
- ▸ ⧖ Volgde hierop geene bekentenis, dan begon de pijniging, gewoonlijk met de duimschroeven, die de duimen zoo slerk samenpersten, dat hel bloed onder de nagels te voorschijn kwam; de tweede graad van pijniging bestond in de aanwending van de Spaansche laarzen, waartusschen het been zoo hevig gekneld werd, dat de beenderen bijna verpletterd werden.[2]
- Het woord knellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knellen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "knellen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Streckfuss, Adolf“De geschiedenis der wereld, aan het volk verhaald” (1900), Bolle - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be