klipvis

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klipvis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• klip·vis

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in 1652
• samenstelling van  klip zn  en  vis zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klipvis	klipvissen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de klipvis m

1. (voeding) gezouten gedroogde (door uitspreiding op de klippen) zeevis

Verwante begrippen

• gul, stokvis, bakkeljauw

Vertalingen

    1.   

Spaans: bacalao (es) m

Gangbaarheid

• Het woord klipvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klipvis" herkend door:

44 %	van de Nederlanders;
42 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.