bakkeljauw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bakkeljauw (hulp, bestand)
- IPA: / ˌbɑkəlˈjɑu / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bak·kel·jauw
Woordherkomst en -opbouw
- moɡelijk uit kabeljauw zn onder invloed van Latijn baculum zn "stok" of direct van Baskisch bakailao, omdat Baskische vissers eerder begonnen met het vangen van de kabeljauw bij Newfoundland zoals die in Suriname werd verkocht [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakkeljauw | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bakkeljauw
- (visserij) (voeding) geweekte en gesneden stokvis/ klipvis, veel gebruikt in de Surinaamse keuken
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bakkeljauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.