kabeljauw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·bel·jauw
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands cabeliau van Oudnederlands kabeljau, in de betekenis van ‘beenvis’ aangetroffen vanaf 1101 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabeljauw | kabeljauwen |
verkleinwoord | kabeljauwtje | kabeljauwtjes |
Zelfstandig naamwoord
de kabeljauw m
- (straalvinnigen) (visserij) (voeding) middelgrote zoutwatervis en uitstekende consumptievis, Gadus morhua
- ▸ Nu moet je ook een lepel pakken, denk eraan dat je eigenlijk een visserszoon bent'Een uur later stonden ze samen bij de steiger in een wolk van krijsende meeuwen en maakten de kabeljauw schoon en deden hun best om de mooiste filets te snijden.[4]
Synoniemen
Hyperoniemen
- kabeljauwen, kabeljauwachtigen, kabeljauwachtige beenvissen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
Verwante begrippen
- aalkabeljauw, Arctische kabeljauw, Atlantische gaffelkabeljauw, Braziliaanse gaffelkabeljauw, diepzeekabeljauw, doornkabeljauw, draadvinijskabeljauw, gaffelkabeljauw, Groenlandse kabeljauw, Oost-Siberische kabeljauw, Pacifische kabeljauw, rode kabeljauw, rotskabeljauw
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- kabeljauwfamilie, kabeljauwfilet, kabeljauwhom, kabeljauwkelder, kabeljauwlever, kabeljauwmoot, kabeljauwogen, kabeljauwput, kabeljauws, kabeljauwshom, kabeljauwskelder, kabeljauwskop, kabeljauwslever, kabeljauwsoog, kabeljauwstaart, kabeljauwstand, kabeljauwstong, kabeljauwtong, kabeljauwvaart, kabeljauwvangst, kabeljauwvisser, kabeljauwvisserij, kabeljauwwangetje
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- Indien kabeljauw wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep kabeljauwen zie dan Hyponiemen kabeljauwen
Uitdrukkingen en gezegden
- Een spiering (schelvis) uitwerpen om een kabeljauw te vangen
iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen
Vertalingen
1. Gadus morhua, middelgrote zoutwatervis
Gangbaarheid
- Het woord kabeljauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kabeljauw" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kabeljauw op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kabeljauw" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be