Nederlands

 
het begin van een lange klimtocht
Uitspraak
Woordafbreking
  • klim·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimtocht klimtochten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klimtochtm

  1. (sport) een wandeltoch waarbij veel geklommen moet worden
    • Na een restauratie van zeven jaar zijn de twee bovenste ringen van het Colosseum in Rome weer voor publiek toegankelijk. Wie de klimtocht van bijna 50 meter onderneemt, heeft een geweldige blik op het binnenste van het fameuze amfitheater.[1] 
    • Je moet er wel wat voor over hebben: om bij zo'n Skylodge-kamer te komen, dien je een klimtocht van zo'n drie tot vier uur af te leggen.[2] 
  2. (figuurlijk) poging om hogerop te komen op de maatschappelijke ladder
    • Dat streven mislukte uiteindelijk, en dat is volgens Holleeder de schuld van Mieremet en Klepper. Die trokken hem op zijn klimtocht naar de bovenwereld weer terug de onderwereld in.[3] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 03 okt. 2017
  2. de Telegraaf 21 mrt. 2017
  3. de Telegraaf SASKIA BELLEMAN 08 feb. 2018
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be