Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kli·maat·no·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimaatnota klimaatnota's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de klimaatnotav / m

  1. (regering) officieel overheidsdocument dat maatregelen beschrijft om de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan tegen te gaan
     De wet gaat over doelen voor 2050 en vaste procedures die kabinetten moeten volgen om daar te komen, zoals een jaarlijkse klimaatnota, een vijfjaarlijks klimaatplan en een jaarlijkse evaluatie van de bereikte doelen door het Planbureau voor de Leefomgeving.[1]
     Overigens komt de wethouder in april met een Goese klimaatnota.[2]
     Alders zei dit ter toelichting van een onderzoek van vier medewerkers van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten, dat als bijlage bij de klimaatnota verschenen is.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Rustig debat in senaat over Klimaatwet, want harde financiële afspraken ontbreken” (21 mei 2019) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Frank Balkenende
    Energie sociaal ook in Goes in: Provinciale Zeeuwse Courant  , jrg. 249 nr. 270 (15 november 2007), p. 67 (Zeeland 27) kol. 5
  3.   Weblink bron
    Piet van Seeters
    Broeikaseffect bedreigt de vrije markt in: De Volkskrant  , jrg. 70 nr. 20401 (7 september 1991), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, 87 (Vervolg 23) kol. 2