klimaatgebied

1. De klimaatgebieden met een vochtig landklimaat.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klimaatgebied    (hulp, bestand)
• IPA: / kliˈmatxəˌbit / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• kli·maat·ge·bied

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  klimaat zn  en  gebied zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klimaatgebied	[1] klimaatgebieden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het klimaatgebied o

1. (aardrijkskunde) streken die over meer jaren gezien hetzelfde weer hebben

   • Bomen van gelijke ouderdom in een zelfde klimaatgebied zullen een gelijk opvolgingspatroon van jaarringdikte vertonen. 

2. (meteorologie) het weer over meer jaren bekeken als terrein van wetenschap

   • Aan publiciteit heeft de ozongat-problematiek geen gebrek. In kranten, tijdschriften en op de televisie wordt er met grote regelmaat aandacht aan besteed. Dat mag ook wel, want samen met het broeikaseffect is de aantasting van de ozonlaag de meest verontrustende lange-termijn ontwikkeling op klimaatgebied. 

3. (politiek) maatregelen om opwarming van de atmosfeer tegen te gaan

   • Obama wil op klimaatgebied een politieke erfenis achterlaten en zegt dat de Verenigde Staten de wereld leiden in de strijd tegen klimaatverandering. 

Synoniemen

• [1] klimaatgordel
• [2] klimatologie

Gangbaarheid

• Het woord 'klimaatgebied' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klimaatgebied" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.