Nederlands

 
klerenborstel met ingebouwde stofzuiger
Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·ren·bor·stel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klerenborstel klerenborstels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klerenborstelm

  1. borstel waarmee je kleren kunt ontdoen van stof en pluisjes
    • Ik hoor wel eens dat ik graag wil dat mensen bang voor mij zijn. Niets is minder waar. Ik wil de mensen aaien. Met een klerenborstel. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen