kleine knoopkruidboorvlieg

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klei·ne knoop·kruid·boor·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleine knoopkruidboorvlieg kleine knoopkruidboorvliegen
verkleinwoord klein knoopkruidboorvliegje kleine knoopkruidboorvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine knoopkruidboorvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Chaetorellia jaceae   een vliegensoort uit de familie van de boorvliegen (Tephritidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1830 door Robineau-Desvoidy
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie