kleinbuikkathaai
- (IPA in voorbereiding)
- klein·buik·kat·haai
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinbuikkathaai | kleinbuikkathaaien |
verkleinwoord | kleinbuikkathaaitje | kleinbuikkathaaitjes |
de kleinbuikkathaai m
- (kraakbeenvissen) Apristurus indicus een vis uit de familie van de Pentanchidae en behoort derhalve tot de orde van grondhaaien (Carcharhiniformes ). De vis kan een lengte bereiken van 34 centimeter
- grondhaaien, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'kleinbuikkathaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.