kleiboer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klei·boer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klei en boer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleiboer | kleiboeren |
verkleinwoord | kleiboertje | kleiboertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kleiboer m
- (landbouw) boer wiens landbouwgrond voornamelijk uit kleigrond bestaat
Gangbaarheid
- Het woord kleiboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.