Nederlands

 
1. logo of dat in kleding wordt aangebracht als bewijs dat het door Benetton   op de markt is gebracht
Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·ding·merk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kledingmerk kledingmerken
verkleinwoord kledingmerkje* kledingmerkjes*

Zelfstandig naamwoord

het kledingmerko

  1. logo of beeldmerk dat in kleding wordt aangebracht als bewijs dat het door een bepaald bedrijf op de markt is gebracht
    • (…) het kledingmerk G-sus en zijn logo blijken ook produkt van bijbelse inspiratie. [2]
    1. commerciële organisatie die het imago van producten die het met een bepaald logo of beeldmerk op de markt brengt ontwikkelt en bewaakt
      Dit kan een bedrijf zijn met dezelfde naam als het merk, maar dit is niet altijd het geval. Het is mogelijk dat één bedrijf meerdere merken gebruikt of dat een groep bedrijven samen onder één merk kleding op de markt brengen.
      • Een nieuw ogende reclamecampagne is die van het kledingmerk Benneton met zijn United Colours of Benneton, waarin jongeren poseren van verschillende huidskleuren en uit verschillende landen. [3]
    2. kleding die onder een bepaald logo of beeldmerk op de markt wordt gebracht
      • Dit geldt in Nederland aan het begin van de eenentwintigste eeuw bijvoorbeeld voor kleding van het merk Karl Kani, een door veel gekleurde hiphoppers gedragen kledingmerk, dat eind 2004 in de media kwam doordat een discotheek in Groningen dragers van het merk de toegang tot de discotheek ontzegde - een maatregel die zij tegelijkertijd ook nam voor jongeren in de op dat moment in Nederland met extreemrechts geassocieerde Lonsdale-kleding. [4]
Opmerkingen
  • Het verkleinwoord wordt vooral gebruikt voor het kleine stukje stof met het logo of beeldmerk zoals dat in kleding wordt aangebracht.

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen