klasseleraar
Niet te verwarren met: klassenleraar |
- Geluid: klasseleraar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɑsəˌlerar / (4 lettergrepen)
- klas·se·le·raar
- intensiverende samenstelling van klasse zn "versterkend voorvoegsel" en leraar zn "docent"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klasseleraar | klasseleraars klasseleraren |
verkleinwoord | klasseleraartje | klasseleraartjes |
de klasseleraar m
- (onderwijs) (beroep) iemand die heel goed is in het geven van onderwijs
- Meester Valentijn was een klasseleraar en tevens klassenleraar van groep 7
- Volgens een van de deelnemers een “klasseleraar die de inhoud interessant, overzichtelijk en diepgaand genoeg bracht, dit alles gestaafd met goede voorbeelden”. [1]
- Het woord 'klasseleraar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.