Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • kir·ke·sam·fund
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kirkesamfund     kirkesamfundet     kirkesamfund     kirkesamfundene  
genitief   kirkesamfunds     kirkesamfundets     kirkesamfunds     kirkesamfundenes  

Zelfstandig naamwoord

kirkesamfund, o

  1. (religie) kerkgemeenschap
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

kirkesamfund

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van kirkesamfund

Verwijzingen