kirkesamfunds
- kir·ke·sam·funds
- Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel sam- en met die woorduitgang -s
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
kirkesamfunds
- genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van kirkesamfund
kirkesamfunds
- genitief onbepaald onzijdig meervoud van kirkesamfund