Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·sche·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderschedel kinderschedels
verkleinwoord kinderschedeltje kinderschedeltjes

Zelfstandig naamwoord

de kinderschedelm

  1. (anatomie) deel van het skelet dat de hersenen van een kind omgeeft

Gangbaarheid

Meer informatie