Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·leef·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderleeftijd kinderleeftijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kinderleeftijdm

  1. de leeftijd van een kind, jonger dan 18 jaar
    • Volgens Boelens is dit onderzoek essentieel om te proberen de overlevingskansen van de kinderen te verhogen. „Sommige vormen van kanker komen alleen op kinderleeftijd voor. Voor AML zijn al vergelijkbare onderzoeken bij volwassenen gedaan. Onze verwachting is dat deze behandeling ook bij kinderen effect zal hebben.” [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Sander Voormolen 5 december 2016