kille
- kil·le
- [1] van Jiddisch קהילה (kehille) [1]
- [2] vermoedelijk van Jiddisch קהילה (kehille) "gemeenschap" met de bijbetekenis van kil in figuurlijke zin[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kille | killes |
verkleinwoord | killetje | killetje |
- (Jiddisch-Hebreeuws) joodse gemeente
- (verouderd), (studententaal) de harde maatschappij buiten het studentenleven
- De maatschappij, de ‘kille’, waarvoor de gemiddelde student van weleer een zekere ‘burschikose’ minachting had, krijgt vat op de studeerende jeugd, omdat zij wel gedwongen wordt te beseffen, dat het het met de uitzonderingspositie der negentiende eeuw en den Klikspaangeest gedaan is. [3]
- kille koudesj
- Hebreeuws: kahal, kehila
- Asjkenazisch Hebreeuws: kehillo
- Jiddisj ook: kaal
kille
- verbogen vorm van de stellende trap van kil
- Het woord kille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kille" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ kille op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Braak, M. ter"Het lustrumspel ‘Liluli’. Romain Rollands idealistische critiek op de publieke opinie en den oorlog. De opvoering in Carré" in: Theaterartikelen in Het Vaderland 1933-1940 op site DBNL.nl; geraadpleegd 2015-02-22
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be