kijkcijfer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kijkcijfer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kijk·cij·fer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kijk ww  en  cijfer 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kijkcijfer	kijkcijfers
verkleinwoord	kijkcijfertje	kijkcijfertjes

Zelfstandig naamwoord

het kijkcijfer o

1. een statistische bepaling van het aantal kijkers en hun waardering van een bepaald televisieprogramma

   • De kijkcijfers van dit programma zijn flink gekelderd. 

Vertalingen

    1. een statistische bepaling van het aantal kijkers en hun waardering van een bepaald televisieprogramma   

Duits: Einschaltquote (de), Quote (de) v Frans: audimat (fr) m

Gangbaarheid

• Het woord kijkcijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kijkcijfer" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.