kiezelwieren
- Geluid: kiezelwieren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkizəlˌwirə(n) / (4 lettergrepen); /ˈkizəɫˌʋirə(n)/
- kie·zel·wie·ren
- kiezelwier met uitgang -en
de kiezelwieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kiezelwier
- De meeste kiezelwieren variëren in grootte van 10 tot 100 micrometer.
- Op het eerste gezicht groeit er niks op de vaak overspoelde slikplaten, maar schijn bedriegt. Over het oppervlak ligt een bruinig waas van kiezelwieren, ofwel diatomeëen. Deze algen van nog geen tiende millimeter groot zijn op de platen de belangrijkste ‘planten’: ze leggen koolstof vast via fotosynthese en vormen zo de basis voor dit ecosysteem. [1]
- meervoudsvorm als officiële benaming (protisten) stam van eencellige organismen Bacillariophyta , waarvan de leden een extern skelet van kiezel (siliciumdioxide, SiO2) hebben
- Henri Van Heurck (1838-1909), een door plantkunde gepassioneerd Antwerps industrieel en stichtend lid van de Société belge de Microscopie en van het Antwerpsch Kruidkundig Genootschap, specialiseerde zich in kiezelwieren. Hij publiceerde in 1880-1885 'Synopsis des Diatomées de Belgique' en in 1889 'Traité des Diatomées'. [2]
- zie de categorie Protisten in het Nederlands
2. stam van eencellige organismen, Bacillariophyta
- Het woord 'kiezelwieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Leunissen, M.Piepkleine algen gaan de erosie van grote, belangrijke slikplaten in kustgebieden tegen. op website: NewScientist.nl; geraadpleegd 2019-12-07
- ↑ Lawalrée, A."17 De plantkunde" in:Halleux, R. e.a. (red.)Geschiedenis van de wetenschappen in België. 1815-2000. deel 1 (2001) Dexia, Brussel / La Renaissance du Livre, Tournai; ISBN 2804605760; p. 251; geraadpleegd 2019-12-07