kettingbreuk
- ket·ting·breuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kettingbreuk | kettingbreuken |
verkleinwoord | kettingbreukje | kettingbreukjes |
- (werktuigbouwkunde) breuk van een ketting
- (wiskunde) een uitdrukking van de vorm:
- Het woord 'kettingbreuk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.