kerstmis
Niet te verwarren met: Kerstmis |
- Geluid: kerstmis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrstmɪs / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrstmɪs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrstmɪs/
- (Limburg): /ˈkɛrsmɪs/
- kerst·mis
- samenstelling van kerst en mis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstmis | kerstmissen |
verkleinwoord | kerstmisje | kerstmisjes |
- (kerst) een mis ter viering van het kerstfeest
- De kerk zat vol tijdens de kerstmis.
- Het woord kerstmis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kerstmis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be