Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kern·ge·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerngezin kerngezinnen
verkleinwoord kerngezinnetje kerngezinnetjes

Zelfstandig naamwoord

het kerngezino

  1. (familie) ouders en hun minderjarige kinderen
     Maar de wrede waarheid is dat Hollywood - en met name de Academy - hecht aan het kerngezin en, hoe moet ik dit zeggen zonder ongevoelig te klinken, tja, misschien kan dat niet: normaal gesproken wordt er maar eens in de tien jaar een Brokeback Mountain gemaakt.[2]
     Ook zal de minister strenger kijken naar gezinsmigratie en -hereniging. Alleen het zogenoemde 'kerngezin' komt in aanmerking voor een komst naar Nederland, dus partners en minderjarige kinderen. Opa's, oma's, neven en nichten vallen daar dus buiten.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. kerngezin op website: Etymologiebank.nl
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Leiden de plannen van Leers tot minder migranten?” (19-09-2011), NOS