• ker·mis·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kermisachtig kermisachtiger kermisachtigst
verbogen kermisachtige kermisachtigere kermisachtigste
partitief kermisachtigs kermisachtigers -

kermisachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van kermis
    • Zo onverwacht kwam de tunnelopening op ze af, en zo sterk was de kermisachtige suggestie van een val, dat Albert vanzelf met een ruk achterom keek om te zien of het luik inderdaad dicht zou klappen. (uit: De Tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden)