kerkmusicus
- Geluid: kerkmusicus (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrəkˌmyzikʏs / (4 of 5 lettergrepen)
- kerk·mu·si·cus
- samenstelling van kerk zn en musicus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkmusicus | kerkmusici |
verkleinwoord |
de kerkmusicus m
- (muziek) (beroep) iemand die voor zijn beroep de muziek tijdens kerkdienst speelt
- ▸ Op woensdag 15 mei geven kerkmusicus Evan Bogerd en bariton Karel Bogerd een lunchconcert.[1]
- ▸ En gedurende drie dagen, van vrijdag 20 maart tot en met zondag 22 maart, is hij er voor zes uitvoeringen van de Matthäus Junior, eveneens in de Grote Kerk. Schets maakte als koordirigent grote naam in Gelderland en daarbuiten. Naast zijn werk als dirigent en kerkmusicus, was hij ook als docent actief.[2]
- Het woord kerkmusicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Jan Ankoné“Te laat om lintje door te knippen, protestanten Hengelo houden daarom open huis” (11-05-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Ingrid Willems“Nog één keer Matthäus Passion voor dirigent Bachkoor Apeldoorn: ’alle eer gaat naar Bach’” (05-03-2020), Tubantia