kentaur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ken·taur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kentaur | kentauren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kentaur m
- (mythologie) een wezen dat half mens, half paard is
- Maar in 1972 volgde het systeem een sluwere strategie: Brodsky kreeg een dringend aanbod om te emigreren. Het alternatief was terug naar de poolcirkel – weer iemand/niemand worden, een soort Sovjet-versie van de kentaur, maar nu echt voor jaren. Zo stortte Brodsky zich dus halsoverkop in de geografie, en natuurlijk moest hij van die sadisten zijn ouders, zijn vriendin Maria Basmanova en hun zoontje van vier in de schaduw van de KGB achterlaten. Ik krijg kippenvel als ik me dat probeer voor te stellen; maar ik ben dan ook niet door een smerig systeem gehard of door een kamp heen gegaan. [3]
Synoniemen
Vertalingen
1. (mythologie) een wezen dat half mens, half paard is
Gangbaarheid
- Het woord kentaur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kentaur" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ kentaur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Benno Barnard 28 juni 2002
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be