kennismakingsbezoek
- ken·nis·ma·kings·be·zoek
- samenstelling van kennismaking en bezoek met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kennismakingsbezoek | kennismakingsbezoeken |
verkleinwoord | kennismakingsbezoekje | kennismakingsbezoekjes |
het kennismakingsbezoek o
- een ontmoeting die als doel heeft elkaar te leren kennen
- Rutte ontving de Britse premier in Den Haag voor een kennismakingsbezoek. May volgde eind juli David Cameron op, die vertrok nadat een meerderheid van de Britten zich in een referendum had uitgesproken voor het verlaten van de Europese Unie. [1]
1.een ontmoeting die als doel heeft elkaar te leren kennen
- Het woord kennismakingsbezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC 10 oktober 2016