Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kees·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het keesjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kees
  2. dim. tant. (scheepvaart) dunnere kabel waarmee een dikkere kabel wordt overgehaald
  3. (voeding) soort dik rechthoekig gebak uit Amersfoort, dat het midden houdt tussen ontbijtkoek en speculaas
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord keesje keesjes

Zelfstandig naamwoord

[B] het keesjeo

Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen