Nederlands

 
kartelmes
Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·tel·mes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kartelmes kartelmessen
verkleinwoord kartelmesje kartelmesjes

Zelfstandig naamwoord

het kartelmeso

  1. een mes waarvan de scherpe kant gegolfd is
    • De diva belandde gisteravond op de eerste hulp. "Misschien dat ik nu echt een beetje te veel tegelijk doe. Per ongeluk een kartelmes door mijn hand geduwd"[1] 
    • El M. stak in april met een 30 centimeter groot kartelmes in op de directeur van de school van zijn zoon. Tijdens een gesprek in het gebouw van Bureau Leerplicht over het verzuim van de jongen ging hij door het lint. El M. vond dat het kind niet thuishoorde op de Drechster, een school voor speciaal onderwijs.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 15 aug. 2014
  2. de Telegraaf 30 jul. 2013
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be