Nederlands

 
1. kardemompoeder
Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·de·mom·poe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kardemompoeder kardemompoeders
verkleinwoord kardemompoedertje kardemompoedertjes

Zelfstandig naamwoord

kardemompoeder m / o

  1. (specerij) tot poeder vermalen zaden uit de zaaddozen van Elettaria cardamomum  
     Klop voor de wortelcake de eieren, de suiker, de druivenpitolie en de hazelnootolie op tot een luchtige massa. Meng het amandelpoeder, de bloem, het bakpoeder, het gemberpoeder en het kardemompoeder door de luchtige massa.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Sam de Voogt
    “Wortelcake met shiso-ijs” (27 augustus 2019) op nrc.nl