kantmos
- (IPA in voorbereiding)
- kant·mos
- samenstelling van kant en mos zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kantmos | kantmossen |
verkleinwoord | kantmosje | kantmosjes |
het kantmos o
- (mossen) een geslacht Lophocolea uit de terpentijnmosfamilie (Geocalycaceae ). De flankbladeren zijn meestal tweelobbig. De onderbladen van de Europese soort hebben twee kolommen, meestal met een tand aan elke buitenrand. De vrouwelijke gametangia bevinden zich aan de toppen van de hoofdscheut of op min of meer lange, zelden korte takken; de schutbladen zijn groter of ongeveer even groot als de flankbladeren
- Het woord 'kantmos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.