kankerstok
- Geluid: kankerstok (hulp, bestand)
- kan·ker·stok
- samenstelling van kanker en stok
- Verwijst naar de kanker veroorzakende eigenschappen van rookwaar.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kankerstok | kankerstokken |
verkleinwoord | kankerstokje | kankerstokjes |
de kankerstok m
- afkeurende benaming voor sigaretten of sigaren
- ▸ Na bijna acht maanden de kankerstok genegeerd te hebben, kwam samen met de eerste glazen rode wijn ook het desastreuze verlangen naar nicotine terug.[1]
- ▸ Hoe haal je het in je hoofd om haar zo'n kankerstok aan te bieden? Ik wil niet dat mijn zeventienjarige dochter sigaren rookt.[2]
- ▸ Ik rookte mijn kankerstok op terwijl ik keek naar de zon die achter de bomen zakte.[3]
- ▸ We hebben hem zwijgzaam en ongelovig aangekeken, zoals we het zelfs allang niet meer deden bij rokers die met veel aplomb beweerden definitief te breken met de kankerstok, en die we 's anderendaags op zwiergeveerde schreden weer de zuipknijp zagen betreden met een zware sigaar tussen de tanden.[4]
- Het woord kankerstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Een lastig portret: dagboek 1994-1996” (1998), Querido, ISBN 9789021477008, p. 110
- ↑ Weblink bron “Troost” (2005), Dedicon, ISBN 9789057592010, p. 66
- ↑ Weblink bron Tanya Byron“Niets is wat het lijkt: belevenissen van een klinisch psychologe” (2014), Unieboek/Het Spectrum , ISBN 9789000336548, p. 142
- ↑ Weblink bron “De laatste liefde van mijn moeder, De helaasheid der dingen, Kaddisj voor een kut” (2018), Atlas Contact , ISBN 9789025453183, p. 243