• kan·ker·hond
enkelvoud meervoud
naamwoord kankerhond kankerhonden
verkleinwoord - -

de kankerhondm

  1. (vulgair), (scheldwoord) minderwaardig persoon
    ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
     Ze maken heftige ruzies, schelden elkaar uit voor ‘kankerhoer’, ‘kankerhond’.[1]
  1.   Weblink bron
    Annemiek Leclaire
    “Mijn 18-jarige dochter heeft een dwingend vriendje” (3 juni 2021) op nrc.nl