kankerhond
- Geluid: kankerhond (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑŋkərˌhɔnt / (3 lettergrepen)
- kan·ker·hond
- intensiverende samenstelling van kanker zn en hond zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kankerhond | kankerhonden |
verkleinwoord | - | - |
de kankerhond m
- (vulgair), (scheldwoord) minderwaardig persoon
- ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
- ▸ Ze maken heftige ruzies, schelden elkaar uit voor ‘kankerhoer’, ‘kankerhond’.[1]
- Het woord 'kankerhond' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Annemiek Leclaire“Mijn 18-jarige dochter heeft een dwingend vriendje” (3 juni 2021) op nrc.nl